Guacamole, Spaans voor avocadosaus, kent zijn oorsprong natuurlijk in Mexico en is zeker al 10,000 jaar oud. Het originele recept is vrij simplistisch en bestaat uit het mengen van rijpe avocado’s met zeezout met behulp van een vijzel. Daarna zijn er ingrediënten als limoen, koriander, chili’s en knoflook aan toegevoegd. Guacamole wordt vaak gegeten in combinatie met burrito’s, fajita’s en taco’s.
Mijn recept is vrij simpel en authentiek (de tomaten zijn een discussiepunt), maar het geheim zit hem vooral in het mengen van de guacamole. Niet met een vijzel en ook zeker niet met de blender. Door alles fijn de hakken met een scherp mes en het vervolgens op een snijplank te mengen krijg je een fijne substantie: gamechanger!
Ingrediënten: 1 tomaat 1 sjalot ½ teen knoflook 1 chilipeper een handje koriander (optioneel)
2 avocado’s 1 limoen Zout en peper
Bereidingswijze: Snijd de tomaat in vieren en verwijder de zaadlijsten. Snijd in kleine blokjes. Pel de sjalot en de knoflook en snijd deze heel fijn. Verwijder eventueel de zaadlijsten van de chili en snijd de chili in dunne halve ringetjes. Snijd de koriander, blad en steel, ook fijn.
Snijd de avocado’s doormidden en verwijder de pit. Met een lepel kun je het vruchtvlees makkelijk uit zijn schil halen. Leg alle ingrediënten op een snijplank en meng de guacamole door met het mes te hakken. Wanneer de avocado redelijk fijn is stop je met hakken. Pers de limoen uit boven de guacamole en breng op smaak met zout en peper.
Eet smakelijk!
TIP: Wil je de guacamole langer bewaren gooi de pitten dan niet weg, maar leg deze in hetzelfde schaaltje. De guacamole zal dan niet verkleuren.
