Mijn oom had een lange tijd geleden een razend populair kookprogramma op televisie. Kookpunt heette dat. In dit programma presenteerde hij allerlei (Zeeuwse) gerechten met een groot gemak. Ik vond dat fantastisch en het zal je dan misschien ook niet verbazen dat hij een groot voorbeeld voor mij was. Mijn oom is afgelopen zaterdag nacht geheel plots en tot ons groot verdriet, overleden. We hebben samen veel gekletst en gediscussieerd over gastronomie journalistiek en het leven. Dit recept is een ode aan hem.
Hij was gek op arretjescake, terwijl het in feite zo’n enorm eenvoudig recept is. Waarschijnlijk was dat, naast het gegeven dat het zo lekker is, waarom hij het een goede lekkernij vond. Deze arretjescake is er een met een grote twist voor mijn oom, met een borreltje Grand Marnier. Het is een enorm machtige maar oh zo lekkere variant, dus in de woorden van mijn oom: maek 't mae’s nae.
Ingrediënten: 200 g roomboter
200 g basterdsuiker
2 eieren
50 g cacao
1 borrel Grand Marnier (sinaasappellikeur)
200 g Maria biscuits
1 sinaasappel (rasp)
Bereidingswijze:
Smelt de boter in een steelpannetje en zet het vuur uit wanneer de boter vloeibaar is. Breek de biscuits in kleine stukjes, let op: maak de kruimels niet te klein.
Voeg de suiker toe aan een kom en klop met de eieren tot een romige constantie. Als het een mooi, romig geheel is mag beetje voor beetje de cacaopoeder erbij.
Voeg een borrel Grand Marnier toe en meng goed. Voeg dan, al kloppend, de boter toe en als het een glanzend geheel is mogen de in stukjes gebroken biscuits erbij.
Roer dit door en voeg toe en voeg op het laatst wat rasp van een sinaasappel toe.
Voeg het mengsel toe aan een met bakpapier gelijnde bakvorm. Laat minstens 2 uur opstijven in de koelkast. Haal uit de koeling en snijd in blokjes voor het serveren.
Eet smakelijk!
